Business Intelligence (BI) is een slimme tool die bedrijven helpt om hun manier van werken te begrijpen en te verbeteren. Het verzamelt, analyseert en laat gegevens zien uit verschillende bronnen, en helpt om patronen en trends te vinden die je anders misschien niet zou opmerken.
Een groot probleem bij BI is het verschil zien tussen 'ruis' en 'signalen'. Ruis betekent gegevens die geen nuttige informatie geven. Signalen zijn juist de gegevens die wel nuttig zijn en waarmee we het werk kunnen verbeteren.
Ruis kan op verschillende manieren in processen voorkomen:
Voorbeeld: In een café kan het aantal verkochte kopjes koffie elke dag een beetje variëren, afhankelijk van het weer, de dag van de week, of gewoon puur toeval.
Voorbeeld: Als er op een dag een bus vol toeristen voor de deur van het café stopt en iedereen komt binnen voor koffie, dan zou die dag de verkoop enorm kunnen stijgen.
Met BI-tools kun je deze variaties in je processen zien en begrijpen. Je leert wat 'normaal' is voor jouw bedrijf, zodat je betere beslissingen kunt nemen om het te verbeteren.
Signalen zijn de nuttige gegevens die ons iets vertellen over hoe een proces presteert. Voorbeelden hiervan zijn:
Doelen helpen ons om de prestaties te meten en te verbeteren. Maar ze kunnen ook afleidend werken als we ons alleen maar focussen op de ruis. Het is belangrijk om realistische en haalbare doelen te stellen.
BI kan enorm helpen, maar het is belangrijk om ruis en signalen uit elkaar te houden en goede doelen te stellen.